streaming
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- strea·ming
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van streamen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | streaming | streamings |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (informatica) (media) de verzending en ontvangst van media door het in stukjes te verzenden en de plaatsing ervan in een buffer zodat het programma de media al kan afspelen voordat het volledig gedownload is
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord streaming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.