strafbank

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • straf·bank
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord strafbank strafbanken
verkleinwoord strafbankje strafbankjes

Zelfstandig naamwoord

de strafbankv / m

  1. zitplaats voor de verdachte(n) bij een rechtszitting
  2. (sport) bank waarop een uit de wedstrijd gezonden speler moet plaatsnemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be