strabismus
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: strabismus (hulp, bestand)
Woordafbreking
- stra·bis·mus
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | strabismus | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
strabismus
- (medisch) scheelzien
Vertalingen
1. scheelzien
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord 'strabismus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.