stormweer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- storm·weer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van storm en weer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stormweer | - |
verkleinwoord | stormweertje | - |
Zelfstandig naamwoord
het stormweer o
- (meteorologie) het weer als het stormt
- Het stormweer zorgde voor hoge golven aan de kust.
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord stormweer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stormweer" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be