stocks

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stocks
Woordherkomst en -opbouw
  • [1] stock met uitgang -s
  • [2] van Engels  stocks zn , in de betekenis "aandelen" aangetroffen vanaf 1796 (zie vindplaats hieronder) [1]

Zelfstandig naamwoord

de stocksmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord stock
  2. alleen meervoud (effectenhandel) waardepapieren die gedeeltelijk eigenaarschap van een onderneming bewijzen
    • De omzetten waren volgens hem bescheiden. "De grote stocks leveren in", verklaarde hij. [2]
    • De geruchten van Vrede zyn alhier voortdurend - De Stocks zyn dus 1½ pCt gerezen. [3]
Synoniemen

Gangbaarheid

53 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen


Engels

Zelfstandig naamwoord

stocks mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord stock