stipendium
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stipendium (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sti·pen·di·um
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘toelage’ voor het eerst aangetroffen in 1667 [1]
- uit het Latijn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stipendium | stipendiums stipendia |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- een hoeveelheid geld voor een student, kunstenaar, wetenschapper, sporter zodat deze zich verder kan ontwikkelen
- Heel het lyceum werd een teleurstellende ervaring, want aan de gesprekken te horen had iedereen voornamelijk belangstelling voor geld. Zelfs Rufus gaf schertsend blijk van zijn jaloezie jegens de voorzitter, de hofarts Dryfield, die een jaarlijks stipendium en bovendien fraaie mantels van de koning kreeg. [4]
- Hij sprong overeind en verzocht om stilte. Na een tijdje werd het inderdaad stil, of tenminste zo stil als hij gezien de omstandigheden mocht hopen. De omstandigheden waren dat de doedelzakspeler spontaan een volkslied componeerde. ` Moet dat, die doedelzak?' vroeg Amro. `Ja, ja,' zei de gezagvoerder, 'hij heeft van ons een stipendium gekregen.' [5]
- Na een handvol top-15-klasseringen in het veld werd Niels onlangs ingelijfd door een semiprofploeg. Per 1 januari 2017 wordt hij gesponsord door het Tarteletto Cycling Team. Levert hem ook een stipendium van de nationale wielerbond op. Zo snel kan het gaan in België, waar de beste veldrijders tonnen per jaar opstrijken. En ook de laag daaronder kan rondkomen.[6]
- geld voor een priester om een mis op te dragen
Synoniemen
- [1] beurs, toelage, studiebeurs, studietoelage, uitkering
Hyponiemen
Vertalingen
1. (studie)beurs
Gangbaarheid
- Het woord stipendium staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stipendium" herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen.[7] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "stipendium" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ stipendium op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Gordon,NoahDe Heelmeester Vertaald door Thomas Mass [2006] ISBN 978-90-245-5496-6 pagina 495
- ↑ Adams, DouglasHet restaurant aan het einde van het heelal [2010] ISBN 978-90-225-5612-2 pagina 190
- ↑ de Standaard 2 JANUARI 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /stɪpɛndɪjʊm/
Woordafbreking
- sti·pen·di·um
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn
Zelfstandig naamwoord
stipendium o
- stipendium; een hoeveelheid geld voor een student, kunstenaar, wetenschapper, sporter zodat deze zich verder kan ontwikkelen
Verbuiging
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Verwijzingen
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 65 %
- Prevalentie Vlaanderen 53 %
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Onzijdig zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch