stimuleert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sti·mu·leert

Werkwoord

vervoeging van
stimuleren

stimuleert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stimuleren
    • Jij stimuleert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stimuleren
    • Hij stimuleert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van stimuleren
    • Stimuleert!