stijging
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stij·ging
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van stijgen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stijging | stijgingen |
verkleinwoord | stijginkje | stijginkjes |
Zelfstandig naamwoord
de stijging v
- het stijgen, het hoger worden.
- De stijging van de kosten werd gecompenseerd door een toename van de omzet.
Antoniemen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. het stijgen, het hoger worden
Gangbaarheid
- Het woord stijging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stijging" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be