stiekemerd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stie·ke·merd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stiekemerd stiekemerds
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

stiekemerd m [1]

  1. een stiekem persoon, iemand die zaken geheim houdt, een achterbaks persoon, iemand die in het geheim kwaad doet
    • De moeder van Laura, H. Reitsma, wil niet veel kwijt over Awa, maar wel dat hij "heel dominant en gewelddadig is." Sinds zij samen met haar dochter door Omrop Fryslân werd geïnterviewd, is ze bedreigd. Daarom is ze moeten verhuizen, zegt ze. Na enig aandringen noemt ze Awa "een rat en een stiekemerd". Ook haar dochter zou hij mishandeld hebben. "Hij heeft haar een blauw oog, een tand door de lip en een opgezwollen wang geslagen." De mishandelingen tegen Laura maken deel uit van de aanklacht tegen Awa.[2] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Karin de Mik 15 december 2004
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be