steunt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • steunt

Werkwoord

vervoeging van
steunen

steunt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van steunen
    • Jij steunt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van steunen
    • Hij steunt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van steunen
    • Steunt!