sterfte

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sterf·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sterfte sterftes
sterften
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de sterftev

  1. het aantal sterfgevallen in een bepaalde tijd of in bepaalde omstandigheden
    • Er was dit jaar een zorgbarend hoog percentage verloskundige sterfte. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen