stemt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stemt

Werkwoord

vervoeging van
stemmen

stemt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stemmen
    • Jij stemt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stemmen
    • Hij stemt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van stemmen
    • Stemt!