stemband

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stem·band
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stemband stembanden
verkleinwoord stembandje stembandjes

Zelfstandig naamwoord

de stembandm

  1. (anatomie) geluidvoortbrengende plooien in het strottenhoofd
    • Roken kan tot een chronische verdikking van de stembanden leiden. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be