steltloper

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

De tureluur (links) is een steltloper net als de grutto (rechts).
Uitspraak
Woordafbreking
  • stelt·lo·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord steltloper steltlopers
verkleinwoord steltlopertje steltlopertjes

Zelfstandig naamwoord

de steltloperm

  1. iemand die op stelten loopt
    • In het circus zijn vaak wel steltlopers te vinden. 
  2. (dierkunde) waadvogel met lange poten
    • Een kluut en een grutto zijn steltloper. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be