stelltet her

Uit WikiWoordenboek

Duits

Uitspraak
  • IPA: / ˌʃtɛltət ˈheːɐ̯ /
Woordafbreking
  • stell·tet her

Werkwoord

stelltet her

  1. (hoofdzin) tweede persoon meervoud aantonende wijs verleden tijd van herstellen
  2. (hoofdzin) tweede persoon meervoud aanvoegende wijs II verleden tijd van herstellen