statistisch
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: statistisch (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sta·tis·tisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van statistiek met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | statistisch | statistischer | |
verbogen | statistische | statistischere | |
partitief | statistisch | statistischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
statistisch [1]
- (statistiek) cijfermatig berekend
Vertalingen
1. cijfermatig berekend
Gangbaarheid
- Het woord statistisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "statistisch" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be