spor

Uit WikiWoordenboek


Angelsaksisch

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *spurą

Zelfstandig naamwoord

spor o

  1. spoor; afdruk
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen


Middelengels

Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

spor

  1. spoor; metalen punt of getand wieltje aan de hiel van de rijlaars
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • spor
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

spor monbezield

  1. geschil, conflict
    «Došlo ke sporu mezi Velkou Británií a Francií.»
    Het kwam tot een conflict tussen Groot-Brittannië en Frankrijk.
Verbuiging
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
Verwante begrippen
Anagrammen
Paroniemen

Meer informatie

Verwijzingen

Zelfstandig naamwoord

spor

  1. genitief meervoud van spora


Turks

Woordafbreking
  • spor
enkelvoud meervoud
nominatief   spor     sporlar  
genitief   sporun     sporların  
datief   spora     sporlara  
accusatief   sporu     sporları  
locatief   sporda     sporlarda  
ablatief   spordan     sporlardan  

Zelfstandig naamwoord

spor

  1. (sport) sport
  2. (biologie) spore, spoor