spoorstudent
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spoor·stu·dent
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van spoor en student [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spoorstudent | spoorstudenten |
verkleinwoord | spoorstudentje | spoorstudentjes |
Zelfstandig naamwoord
- (onderwijs) student die niet in de stad van zijn studie woont maar er geregeld heen reist voor 't bezoeken van colleges en/of practica
Gangbaarheid
- Het woord spoorstudent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.