spoorboekje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Opengeslagen spoorboekje met gedrukte dienstregeling
Uitspraak
Woordafbreking
  • spoor·boek·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord spoorboekje spoorboekjes

Zelfstandig naamwoord

het spoorboekjeo dim. tant. [2]

  1. (spoorwegen) overzicht met de dienstregeling van de treinen
  2. schema, overzicht
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen