spelde voor

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spel·de voor
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voorspellen

spelde voor

  1. enkelvoud verleden tijd van voorspellen
    • Ik spelde voor. 
    • Jij spelde voor. 
    • Hij, zij, het spelde voor. 
Verwante begrippen


Gangbaarheid