specialiseren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spe·ci·a·li·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
specialiseren
specialiseerde
gespecialiseerd
zwak -d volledig

Werkwoord

specialiseren [2]

  1. wederkerend zich ~: zich vooral toeleggen op (een bepaald onderdeel van een vak, beroep of bedrijf)
Antoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen