sparde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spar·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
sparren |
sparde
- enkelvoud verleden tijd van sparren
- Ik sparde.
- Jij sparde.
- Hij, zij, het sparde.
- Ik sparde.
Nynorsk
Bijvoeglijk naamwoord
sparde
- verouderde spelling of vorm van sparte tot 2012