soto

Nederlands

1. Een bord soto met kip.

Uitspraak

• Geluid:  soto    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈsoto / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• so·to

Woordherkomst en -opbouw

• van Javaans soto

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	soto	soto's
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de soto m

1. (kookkunst) (Nederlands-Indië) pittig gekruide vleessoep

   • Op naar het derde gerecht: met soja afgelakte corvina (ombervis), overgoten met soto, een Indonesische soep, deze is van shiitake met daarin, zoals bij soto, een gekookt eitje erin en wat seroendeng erover. Leuk bedacht, maar de soto vinden we iets te zout en dat overvleugelt de vis. 

Synoniemen

• saoto (uitspraakvariant Suriname)

Hyperoniemen

• vleessoep

Hyponiemen

• soto ajam

Gangbaarheid

• Het woord 'soto' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Indonesisch

Woordafbreking

• so·to

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Javaans soto "vleessoep"

Zelfstandig naamwoord

soto

1. (voeding) soto

Javaans

Uitspraak

• IPA: /soto/

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Minnan 草肚 (ts’ao-t’ō) "trijp, pens"

Zelfstandig naamwoord

soto

1. (voeding) soto

Schrijfwijzen

• coto, saoto

Overerving en ontlening

• Indonesisch: soto
• Nederlands: soto

Toki Pona

Uitspraak

• IPA: /ˈsote/

Woordafbreking

• so·to

Woordherkomst en -opbouw

• van Swahili shoto "linkerkant"

Bijvoeglijk naamwoord

soto

1. (zeldzaam) links, linker