sortiment
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sor·ti·ment
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sortiment | sortimenten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het sortiment o
- de verzameling van producten of diensten die een leverancier aanbiedt voor de verkoop
- ▸ En dus heeft Leloux een ander sortiment. Gek genoeg met namen als IdWorx van Gerrit Gaastra, wiens familie juist aan de wieg stond van merken als Batavus of Koga. „Ze hebben hun merken verkocht en iemand als Gerrit maakt nu precies wat hij zelf wil, zonder compromissen qua kwaliteit.”[1]
Synoniemen
Synoniemen
Vertalingen
1. de verzameling van producten of diensten die een leverancier aanbiedt voor de verkoop
Gangbaarheid
- Het woord sortiment staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sortiment" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Thiemo Burger“Klanten komen van heinde en verre naar Almelo voor een fiets van Jos Leloux” (06-08-2019), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be