sombere

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • som·be·re

Bijvoeglijk naamwoord

sombere

  1. verbogen vorm van de stellende trap van somber
     Iedereen hield zijn adem in toen Christa's sombere ogen in de spiegel keken en iedereen ademde opgelucht uit toen er een vage maar gemeende glimlach op haar gezicht verscheen.[1]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044625691