soenniet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • soen·niet
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Arabisch, in de betekenis van ‘orthodoxe islamiet’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord soenniet soennieten
verkleinwoord soennietje soennietjes

Zelfstandig naamwoord

de soennietm

  1. (religie) iemand die het soennisme aanhangt, de hoofdstroming binnen de islam
Antoniemen

Gangbaarheid

71 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen