snorfiets

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snor·fiets
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het ?, in de betekenis van ‘fiets met hulpmotor’ voor het eerst aangetroffen in 1975 [1]
  • samenstelling van  snor ww  en  fiets  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord snorfiets snorfietsen
verkleinwoord snorfietsje snorfietsjes

Zelfstandig naamwoord

de snorfietsv / m

  1. (verkeer) rijwiel met hulpmotor met een maximumsnelheid van 25 km per uur dat zonder valhelm bereden mag worden
Verwante begrippen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen