snoof

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snoof

Werkwoord

vervoeging van
snuiven

snoof

  1. enkelvoud verleden tijd van snuiven
    • Ik snoof. 
    • Jij snoof. 
    • Hij, zij, het snoof. 
     Met haar lange neus snoof ze mijn geur op en kwam nog een aantal stappen naar me toe.[1]

Gangbaarheid

84 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be