snipperdag

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snip·per·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord snipperdag snipperdagen
verkleinwoord snipperdagje snipperdagjes

Zelfstandig naamwoord

de snipperdagm

  1. een losse vrije dag dat je niet hoeft te werken
    • Niemand gaat de beveiliging in omdat-ie een baan van negen tot vijf wil, zeggen Booy en zijn collega’s. Ongure werktijden zijn niet het probleem. Je hoeft nooit een snipperdag te nemen en je hebt een excuus om de verjaardag van je schoonmoeder te missen. Booy past vaak op zijn zoontje. [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen