snijding

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snij·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord snijding snijdingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de snijdingv

  1. (figuurlijk) iets kleiner maken
    • De zogenaamde overeengekomen maatregelen en afspraken van het nieuwe bezuinigingspakket van euro 13,5 miljard zijn op papier geduldig maar blijken in praktijk onuitvoerbaar. Er zijn deze week rapporten verschenen dat de door de trojka afgedwongen geplande snijdingen in de pensioenen en de verhoging van de pensionleeftijden ongrondwettelijk blijken te zijn. En dat zouden de Grieken dan zelf niet weten. [1] 
  2. met een mes gemaakte snee
    • Net als mensen moesten paarden aderlatingen, snijdingen, veretteringen en allerlei andere nare ingrepen ondergaan om hen weer beter te maken. [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

66 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. De Telegraaf MARK GARRELTS 09 nov. 2012 US Jobs en Griekenland
  2. NRC Paul Schnabel 18 december 2010 Kwade droes
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be