sneltrein

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snel·trein
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sneltrein sneltreinen
verkleinwoord sneltreintje sneltreintjes

Zelfstandig naamwoord

sneltrein [1] m

  1. (spoorwegen) personentrein die niet bij kleine stations stopt en die daarmee een tussenvorm is van een stoptrein en een intercity
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen