sneeuwstorm

Dit paard trekt een slee door de Russische sneeuwstorm

Een sneeuwstorm op de Glungezer

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  sneeuwstorm    (hulp, bestand)
• IPA: /'snew.stɔrm/

Woordafbreking

• sneeuw·storm

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  sneeuw  en  storm 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	sneeuwstorm	sneeuwstormen
verkleinwoord	sneeuwstormpje	sneeuwstormpjes

Zelfstandig naamwoord

de sneeuwstorm m

1. (meteorologie) hevige sneeuwval gepaard met sterke wind

   • Door de sneeuwstorm kon ik niet naar mijn werk komen. 

   ▸ De een-na-laatste dag werd ik getroffen door een enorme sneeuwstorm die de hele dag duurde.

   ▸ Er is slechts een beperkt aantal maanden (tussen maart en september) geschikt om de sneeuwstormen te vermijden in de High Sierra’s en de Cascadebergen bij Canada.

Vertalingen

    1.   

Afrikaans: sneeustorm (af) Duits: Schneesturm (de) m Engels: snowstorm (en) Frans: tempête de neige (fr) v Italiaans: tormenta (it) v, tormenta di neve (it) v, tempesta di neve (it) v, bufera di neve (it) v

Koerdisch: bakuzîr (ku) Russisch: буран (ru) m, пурга (ru) v Spaans: tormenta de nieve (es) v Zweeds: snöstorm (sv) g

Gangbaarheid

• Het woord sneeuwstorm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sneeuwstorm" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.