smeulen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- smeu·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘zacht branden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1340 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
smeulen /ˈsmø.lə(n)/ |
smeulde /ˈsmøl.də/ |
gesmeuld /ɣə.ˈsmølt/ |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
smeulen
- inergatief zacht en langzaam branden zonder vlammen
- Na de brand lagen de brokstukken nog urenlang te smeulen.
- (figuurlijk) verborgen aanwezig zijn
- Hoewel niemand het openlijk zal toegeven, broeit de opstand en smeult het verzet.
Synoniemen
- [2] broeien
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. zacht en langzaam branden zonder vlammen
2. verborgen aanwezig zijn
Gangbaarheid
- Het woord smeulen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "smeulen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ "smeulen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %