smegma
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- smeg·ma
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latijn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | smegma | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het smegma o
- afscheiding die men onder de voorhuid van de penis kan aantreffen
- ▸ ‘Vastpakken nou, kaaskop,’ brult Omar en hij steekt Don Arturo zijn vleesknuppel toe, alsof hij me een rol behang aanreikt. Onze jonge held houdt de slordig besneden zib mechanisch in zijn hand vast. Hij is hard en in dat vlees voelt hij het kloppen, het verlangen. Dan zegt hij tegen Omar: ‘Je hebt in ieder geval geen smegma, dat is dan weer een mooie meevaller.’[2]
- ▸ Geen wreder soort dan de kleine mens. Hoewel. De groten kunnen er ook wat van. Nu worden mijn kinderen op Twitter nog niet uitgemaakt voor aap met een stinkende paardenmuil vol smegma (echt gelezen), maar dat is, vrees ik, slechts een kwestie van tijd.[3]
Vertalingen
1. afscheiding die men onder de voorhuid van de penis kan aantreffen
Gangbaarheid
- Het woord smegma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "smegma" herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ smegma op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Verrotte Vruchten: Don Arturo’s gratis vrouwvriendelijke neukseksspecial voor de Boekenweek” (24/03/2017), HP de Tijd
- ↑ Weblink bron “‘Waarom staat er een enorme piemel op je sommenboek?’” (10 augustus 2019), Het Parool
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be