smaragden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sma·rag·den
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de smaragdenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord smaragd
     Het was een halsketting met afwisselend grote smaragden en kleine sterrenformaties van briljanten, allemaal fonkelend alsof ze nieuw waren, hoewel het sieraad uit de vroege negentiende eeuw moest komen.[1]
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen smaragden

Bijvoeglijk naamwoord

smaragden

  1. van smaragd vervaardigd
    • Zij droeg een prachtige smaragden hanger. 
Anagrammen

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044625691
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be