sinterklaasfeest

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sin·ter·klaas·feest
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sinterklaasfeest sinterklaasfeesten
verkleinwoord sinterklaasfeestje sinterklaasfeestjes

Zelfstandig naamwoord

het sinterklaasfeesto

  1. (feest) (cultuur) feest met cadeaus dat in Nederland, België en andere landen jaarlijks rond 5 december wordt gevierd
     We kregen wat nodig was: voedsel, geld, liefde. Geen cadeaus. Op school en tijdens het sinterklaasfeest op het bedrijf waar mijn vader werkte, kregen andere kinderen wel grote cadeaus. Naderhand hoorde ik dat die ouders die spullen voor ze hadden gekocht en daar hadden mijn vader en moeder geen geld voor.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 30 juli 2021 Weblink bron
    Henk Snijders
    Maand december voor Jehova's vol afgoderij in: Het Parool op Wikipedia, jrg. 55 nr. 15607 (30 december 1995), p. 11 kol. 8