seufzte
Duits
Woordafbreking
- seufz·te
Werkwoord
seufzte
- eerste persoon enkelvoud verleden tijd onbepaalde wijs bedrijvende vorm van seufzen
seufzte
- derde persoon enkelvoud verleden tijd onbepaalde wijs bedrijvende vorm van seufzen
seufzte
- eerste persoon enkelvoud verleden tijd aanvoegende wijs bedrijvende vorm van seufzen
seufzte
- derde persoon enkelvoud verleden tijd aanvoegende wijs bedrijvende vorm van seufzen
Afgeleide begrippen
- seufzte auf