semiotiek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • se·mi·o·tiek
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘tekenleer in de filologie en logica’ voor het eerst aangetroffen in 1979 [1]
  • afgeleid van het Griekse sèmeion (teken) met het achtervoegsel -iek [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord semiotiek -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de semiotiekv

  1. (taalkunde) leer van de tekens
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

41 % van de Nederlanders;
64 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen