segla

Uit WikiWoordenboek


Noors

Woordafbreking
  • seg·la
Naar frequentie zeldzaam

Werkwoord

segla

  1. verleden tijd van segle
Schrijfwijzen

segla

  1. voltooid deelwoord van segle
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

Betekenis: zegel

segla, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van segl

Zelfstandig naamwoord

Betekenis: zeil

segla, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van segl
Schrijfwijzen


Nynorsk

Woordafbreking
  • seg·la

Werkwoord

segla

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast segle, zie aldaar

segla

  1. verleden tijd van segle
Schrijfwijzen

segla

  1. voltooid deelwoord van segle
Schrijfwijzen


Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • seg·la
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord sigla
Naar frequentie 4561
stamtijd
infinitief verleden
tijd
supinum
segla
seglade
seglat
volledig

Werkwoord

segla

  1. (scheepvaart) afvaren, bevaren, gaan varen, navigeren, uitvaren, van wal gaan, varen, zeilen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen