secondeert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • se·con·deert

Werkwoord

vervoeging van
seconderen

secondeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van seconderen
    • Jij secondeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van seconderen
    • Hij secondeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van seconderen
    • Secondeert!