scratchtet

Uit WikiWoordenboek

Duits

Uitspraak
  • IPA: / ˈskʀæʧtət /
Woordafbreking
  • scratch·tet

Werkwoord

scratchtet

  1. tweede persoon meervoud aantonende wijs verleden tijd van scratchen
  2. tweede persoon meervoud aanvoegende wijs II verleden tijd van scratchen