scratcht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scratcht

Werkwoord

vervoeging van
scratchen

scratcht

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scratchen
    • Jij scratcht. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scratchen
    • Hij scratcht. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van scratchen
    • Scratcht! 


Duits

Uitspraak
  • IPA: / skʀæʧt /
Woordafbreking
  • scratcht

Werkwoord

scratcht

  1. derde persoon enkelvoud aantonende wijs tegenwoordige tijd van scratchen
  2. tweede persoon meervoud aantonende wijs tegenwoordige tijd van scratchen
  3. gebiedende wijs meervoud van scratchen