schreed

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schreed

Werkwoord

vervoeging van
schrijden

schreed

  1. enkelvoud verleden tijd van schrijden
    • Ik schreed. 
    • Jij schreed. 
    • Hij, zij, het schreed. 

Gangbaarheid

84 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be