schranst
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schranst
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schranzen |
schranst
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schranzen
- Jij schranst.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schranzen
- Hij schranst.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van schranzen
- Schranst!
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schransen |
schranst