schouwburg

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schouw·burg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schouwburg schouwburgen
verkleinwoord schouwburgje schouwburgjes

Zelfstandig naamwoord

de schouwburgm

  1. (bouwkunde), (toneel) een gebouw voor het vertonen en bijwonen van voorstellingen, optredens en performances
    • De schouwburg gaf ruimte voor theatervoorstellingen, cabaretiers, muziekuitvoeringen en meer. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen