schoonmaakactie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schoon·maak·ac·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schoonmaakactie schoonmaakacties
verkleinwoord schoonmaakactietje schoonmaakactietjes

Zelfstandig naamwoord

de schoonmaakactiev

  1. een actie die gehouden wordt om een omgeving schoon te maken.
    • De natuurbeheerder hield een schoonmaakactie om het bos schoon te maken. 
  2. een stakingsactie van schoonmakers.
    • De schoonmakers hielden een schoonmaakactie om betere werkomstandigheden af te dwingen. 

Gangbaarheid