schommeling

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schom·me·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schommeling schommelingen
verkleinwoord schommelingetje schommelingetjes

Zelfstandig naamwoord

de schommelingv

  1. het zwevend door de lucht heen er weer bewegen (in een schommel)
  2. het ondergaan van willekeurige kleine veranderingen met de tijd
    • In tijden van economische onzekerheid ondergaan de aandelenkoersen soms grote schommelingen. 
Synoniemen
Verwante begrippen
  1. schommel
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be