schetst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schetst

Werkwoord

vervoeging van
schetsen

schetst

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schetsen
    • Jij schetst. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schetsen
    • Hij schetst. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van schetsen
    • Schetst!