scheten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sche·ten

Zelfstandig naamwoord

de schetenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord scheet
     De gesprekken met deze dames waren diepgaander, maar voor de rest vloekten ze evenveel als de gemiddelde man, lieten ze evenveel scheten, rookten ze evenveel wiet en liepen ze even hard.[1]

Werkwoord

vervoeging van
schijten

scheten

  1. meervoud verleden tijd van schijten
    • Wij scheten. 
    • Jullie scheten. 
    • Zij scheten. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be