saté

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·té
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Indonesisch, in de betekenis van ‘geroosterd vlees aan stokje’ voor het eerst aangetroffen in 1910 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord saté satés
verkleinwoord sateetje sateetjes

Zelfstandig naamwoord

de satév / m

  1. (voeding) stukjes vlees aan een stokje geregen en geroosterd
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen